Fiorella Stinders 'Het landschap is de drager'

 

Het landschap is de drager van al mijn beelden, zegt Hendrik Vermeulen.

Ruim 25 jaar al werkt hij aan zijn oeuvre. Een poëtisch universum van pastelschetsen, sculpturen en maquettes, waar feiten en dromen feilloos in elkaar overlopen. Meester van het kleine formaat in al zijn monumentaliteit.

Die bescheidenheid heeft hem een enorme vrijheid gegeven. Gestaag, hardnekkig, elke dag opnieuw, vanuit een fascinatie voor tijd en ruimte, het zintuiglijke en het denkbeeldige, het worden en verdwijnen, het weten en het wezen.

Hij bracht het in kaart. Aanvankelijk als hulpmiddel en navigatiesysteem, waarvan de legende in een gecodeerde taal naar buiten werd gebracht. Uitgegroeid tot een levend fysiek landschap, waarin wij kunnen verwijlen.

Hoe lang duurt het voor een rots tot klei geworden is, voor het landschap zich vormt ?

Dit universum, het gebied van de stroom van de tijd, dat de zones F, PM, Q en Z verbindt, stelt ons in staat te reizen, en wel op de mij meest genegen en meest bescheiden manier die ik ken: de wandeling.

Een wandeling langs de ‘Xyrtox Liquid’, een imaginaire rivier op de kaart.

De toeschouwer bepaalt zijn eigen tempo. Doelbewust verkenner op zoek naar de bron ? Of alwetende verteller met de map in de hand, voortdurend in beweging ? Voor de observator is er de lege stoel, het ogenschijnlijk niets doen, stilstaan, soms wachten. In Point Mort, zonder aandrijving, zoals de wind in de zeilen tot het volgende keerpunt.

Moeten we niet leren wachten ook om te creëren? De trage processen een kans geven … Er is altijd het verdwijnpunt in het beeld, de nulgraad van het denken … Een dood punt waar we halt houden, waar de wandeling de plaats ontmoet, waar we stilstaan en observeren. Het verdwijnpunt … op de horizon, in het landschap, in de wandeling. Het Finis Terrae. De eeuwige zwerver, die in zijn overlevingsdrang het desolate landschap trotseert, en tenslotte voor altijd de rivier oversteekt ...

Maar ook het verdwijnpunt van waaruit we verder kunnen. Naar een ruimte achter het schilderij, belangrijker dan het werk zelf.

De trap, de ladder, de lege stoel ... de contemplatie, de stilte. Of de trap opgaan, reikend naar 'het Hogere', de zoektocht naar leefbaar gebied.

Met deze kleine objecten in de reeks ‘Climax’ brengt Hendrik Vermeulen beweging in de dingen. Een opsomming die in kracht toe neemt. Naar een keerpunt?

De sculpturen doen ons denken aan filmstills. Het versteende beeld in de stroom. Tal van sporen herinneren ons aan menselijke activiteit, zonder dat de mens op een uitgesproken manier wordt afgebeeld. Fragmenten, flarden, waar we kunnen stil staan bij de teleurstelling over die menselijke activiteit in het landschap. Bolsters, spiralen, veren, buizen - metaforen voor de menselijke communicatie - verlopen van A naar B, doorkruisen zones, kruisen elkaar, en verbinden met de ander, het andere.

De rivier wordt een levensader door het landschap, waar wij ons mee laten voeren door de stroom van het beeld en de tijd. Op onszelf teruggeworpen, elk vanuit zijn eigen standpunt, zoekend naar het hoogste punt. Onze individuele werkelijkheid is de plaats waar onze dromen over ons verleden en de verbeelding over onze toekomst elkaar vinden, waar we kunnen worden wie we zijn.

Maar ondanks de materiële realiteit van het kunstwerk, hoe realistisch de landschappen er ook uitzien: de rivieren, rotsen zijn niet topografisch te lokaliseren. Geen 'staged reality'. Deze landschappen reconstrueren geen werkelijkheid, maar willen een wereld onthullen. Ze belichamen het leven. Deze flarden ... gedachten en gevoelens zonder logica of chronologie, zijn onvolledige, spontaan opwellende, associatieve voorstellingen, waarin alleen de picturaliteit nog verwijst naar zijn verleden als schilder. De drager is gebleven: puur pigment en droogmiddelen op de panelen. Doek en verf bieden te weinig weerstand; hij krast, kerft, schrijft, verbrandt, ... Deze poëzie verwijst naar het leven zelf.

Het kleine formaat van sommige panelen vergt een intense concentratie van de kijker; door die grote betrokkenheid blijft de toeschouwer niet op een 'veilige' afstand, maar betreedt de landschappen. De toeschouwer moet reflecteren, actief zijn. Het karakter van de landschappen wordt in de laatste werken imposanter en dramatischer. De toeschouwer wordt in het landschap geduwd en opgenomen in de scene. Een zeer filmische en fysieke ervaring; er is geen weg terug en geen uitleg verschuldigd. Gewoon toeschouwen, een afstandelijke positie tegenover het werk innemen, is onmogelijk. De nabijheid fascineert en beangstigt.

Want, monumenten in de ware zin van het woord, deze landschappen herinneren ons niet alleen aan onze (denkbeeldige) reizen. Ze waarschuwen ook, en adviseren. De bevreemdende locaties suggereren - alhoewel onzichtbaar - mogelijke gevaren. Water in giftige onnatuurlijke kleuren; sloten en poelen vervuild, stromend en stilstaand water, ... Het landschap als een verloren toevluchtsoord? De bron (Quelle) stroomt als de band des tijds en stelt ons weerom de vraag waarheen wij gaan. Ze manen aan te reizen naar niet nader aangegeven plaatsen waar afstand, schaal en tijd niet vast liggen.

We kunnen de complexiteit van de werkelijkheid niet herleiden tot één enkele waarheid.

"Men moet de tijd nemen om te luisteren naar de wereld en haar tegenstrijdige boodschappen", zei Vaclav Havel.

De bekommernis om de manipulatie van het landschap door de mens, de impact van de natuur op de mens en de even grote impact van de mens op de natuur, is een terugkerende thema. Hoe lang duurt het om een landschap te vormen? Een koraalrif, bos of rots te worden? Het water te zuiveren?

Het recente werk van Hendrik Vermeulen is heel filmisch; hij vindt vaak een bondgenoot bij cineasten. Joris Ivens, Robert Aldrich, Andrej Tarkovski.

In ‘het Offer’ zegt Tarkovski : “Iedere handeling heeft zijn gevolg. Als je onverstoorbaar, iedere dag, hetzelfde ritueel verricht, dan verandert de wereld onherroepelijk”.

Elke ochtend klimt de leerling van een monnik met een volle emmer water de berg op en geeft een dode stam water.

Op het einde van de film - bij het verschijnen van de tekst 'met hoop en vertroosting' - komt de kruin van de boom tot bloei.

[tekst opgenomen in monografie Hendrik Vermeulen 'Xyrtox Liquid' / ISBN : 9789076831244 / april 2013]